Zelf, maar ook samen
Meer eigen regie. In de ouderenzorg wordt het steeds belangrijker. Maar voor ergotherapeuten is het allesbehalve nieuw.
Gepubliceerd op 19-09-2025
Angeliek Pijffers en Karel Otten, beiden ergotherapeut bij ZorgAccent, zetten zich dagelijks in om kwetsbare mensen zoveel mogelijk hun zelfstandigheid terug te geven. Samen vertellen ze erover.
Het tweetal werkt sinds een jaar samen. “Ik begon hier in 2024”, vertelt Karel. “Daarvoor werkte ik een hele tijd in de techniek. Maar uit mijn toenmalige baan als engineer haalde ik steeds minder voldoening. Ik wilde wat betekenen voor anderen. Na een deeltijd-opleiding ergotherapie gooide ik een jaar geleden het roer officieel om. Ik startte bij ZorgAccent, in het ergotherapie-team.” Eén van die teamleden is Angeliek. Met 20 jaar ervaring maakte zij alle veranderingen in de zorg van dichtbij mee. “Ik was de eerste ergotherapeut hier. Inmiddels werken we in een team van acht collega’s.”
Nodig, maar liever overbodig
De groei in het team van ergotherapeuten onderstreept het belang ervan. “We werken in verpleeghuizen, de revalidatie en in de ‘eerstelijn’; bij mensen thuis. Waar cliënten voorheen relatief snel opgenomen werden in een verpleeghuis, blijven ze nu langer thuis wonen. Als ergotherapeuten ondersteunen en adviseren we daarbij”, vertelt Angeliek. Reablement kan daar een onderdeel van zijn. Karel: “Het doel van reablement is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen en hun dagelijkse activiteiten kunnen uitvoeren. Als ergotherapeut werken we daarbij samen met cliënten, familie, zorgverleners en andere betrokkenen om de beste ondersteuning te bieden. De mate van zelfstandigheid verschilt per persoon. Het is vooral belangrijk dat mensen zich comfortabel voelen in hun eigen vertrouwde omgeving.”
De mate van zelfstandigheid verschilt per persoon. Het is vooral belangrijk dat mensen zich comfortabel voelen in hun eigen vertrouwde omgeving.
De kracht van hulpmiddelen
Om die spreekwoordelijke roos te laten bloeien, is er volgens de twee veel mogelijk. “Iemand met een zorg- of ondersteuningsbehoefte hoeft meestal niet direct naar een verpleeghuis. Het vraagt om wat creativiteit”, vertelt Karel. Angeliek vult aan: “En we beginnen niet direct bij de oplossing. We gaan eerst naar de oorzaak. Hoe ontstaat dit probleem? Een voorbeeld: als iemand scheef in de stoel zit, wordt dat misschien wel veroorzaakt door een verkeerde lighouding. Hulpmiddelen bieden vaak een uitkomst. Heeft iemand moeite met zelfstandig uit bed komen? Dan bekijken we de mogelijkheden van de cliënt en zo nodig vragen we hulpmiddelen of specialistische voorzieningen aan, zoals een transferbed. Zo geven we iemand een stuk eigen regie terug en ontlasten we de zorgmedewerker. Dat laatste is ook ontzettend belangrijk, gezien de druk op de zorg.”
Zelf én samen
Hulpmiddelen bevorderen de zelfredzaamheid. Maar volgens Angeliek en Karel dekt de term zelfredzaamheid niet de volledige lading. Angeliek: “Ik hoorde laatst iemand praten over ‘samenredzaamheid’. Dat vind ik veel passender. Ons vak draait ook om iemand het gevoel geven dat diegene er niet alleen voor staat.” Karel: “Daar spelen de naasten een grote rol in. Vaak is het de partner of één van de kinderen die het meest doet. Zij voelen zich hoofdverantwoordelijk voor het leven van een ander. En dat kan zorgen voor overbelasting.” Die druk haalt het tweetal graag weg. “Ze staan er niet alleen voor. De héle omgeving is belangrijk, zowel fysiek als sociaal”, gaat Angeliek verder. Het doet hen denken aan een cliënt die één wens had: thuis blijven wonen. “We hebben een rolstoel geregeld waarin mevrouw zich kon voortbewegen en de woonkamer zo ingericht dat ze zichzelf daar kon redden, zonder het hele huis door te hoeven. Met thuiszorg, hulp van vrijwilligers en regelmatig bezoek van haar dochter is die wens uitgekomen. Niet volledig zelfstandig, maar wel op een manier waar zij zich comfortabel bij voelde.”
Voor veel ouderen is het al genoeg als hun kleindochter eens belt voor een ongedwongen gesprek, of dat de buurman eens vraagt hoe het gaat. Als we dat allemaal wat meer gaan doen, ziet de wereld er al heel anders uit.
Klein verschil, groot gebaar
Volgens het tweetal is de groep naasten bovendien groter dan alleen nabije familie. “De kring is veel breder dan alleen de partner of een kind”, vertelt Angeliek. “Ik ken iemand die een groepsapp heeft aangemaakt voor het uitlaten van het hondje van de buurman. Zelf lukte het hem niet meer om dat meerdere keren per dag te doen. Inmiddels laat elke buur het hondje eens in de zoveel tijd uit. Op deze manier kan meneer het hondje houden waarop hij zo gek is, ontstaat er verbinding in de buurt én is er sociale controle. Een prachtig voorbeeld van hoe een klein gebaar zo’n groot verschil kan maken.”
Jong geleerd is oud gedaan
Angeliek en Karel hebben nog tal van mooie voorbeelden. “En die moeten we ook met elkaar delen. Juist met zulke voorbeelden kunnen we elkaar inspireren. Dat zou al moeten beginnen op jonge leeftijd. Als we onze kinderen nu al leren dat het normaal is om naar elkaar om te kijken, hebben we daar enorm veel profijt van”, vindt Angeliek. Karel stemt daarmee in. “En ik denk dat het heel belangrijk is om met elkaar te blijven praten. Wat vindt iemand belangrijk? En waar heeft diegene behoefte aan? Veel ouderen zitten niet te wachten op een dagvullend programma. Voor hen is het al genoeg als hun kleindochter eens belt voor een ongedwongen gesprek, of dat de buurman eens vraagt hoe het gaat. Als we dat allemaal wat meer gaan doen, ziet de wereld er al heel anders uit.”