Zoveel mogelijk leven zoals voorheen
In TriviumMeulenbeltZorg wooncentrum Windmolenbroek te Almelo woont Jeanette Wielink (77). Hoewel Jeanette nog jong van geest is, wil haar lichaam niet altijd meer meewerken.
Gepubliceerd op 13-08-2025
Door een tumor in haar hoofd raakte Jeanette haar mobiliteit grotendeels kwijt en verhuisde ze naar het wooncentrum. Een bittere pil. Maar Jeanette is vastberaden iedere dag zoveel mogelijk uit haar verblijf bij Windmolenbroek te halen.
Mevrouw Wielink woont inmiddels 4 jaar bij wooncentrum Windmolenbroek waar ze zorg ontvangt van TMZ. Ze is moeder van drie zonen. Dankzij haar middelste zoon Rick verhuisde ze naar het wooncentrum. “Ik was al een tijd aan het kwakkelen met mijn gezondheid. Een tumor in je hoofd hebben gehad, is natuurlijk niet niks. Op een dag vond Rick me thuis buiten bewustzijn. Hij schrok enorm van de situatie en besloot dat dit het moment was waarop ik niet langer zelfstandig thuis kon blijven wonen. Bij Wooncentrum Windmolenbroek vond hij voor mij een geschikte woonplek.”
Even wennen
De verhuizing naar het wooncentrum maakte veel impact op Jeanette. “Ik wilde eerst absoluut niet weg thuis. Ik had 32 jaar op die plek gewoond. Mijn leven was dáár en ineens moet je weg van die geliefde plek. Ik was boos, verdrietig en daardoor alles behalve meegaand naar mijn omgeving. Gelukkig was Rick streng en net zo vastberaden als ik, en heeft hij er alles aan gedaan om mij te laten verhuizen.” Eenmaal verhuisd, was het voor Jeanette niet alleen wennen aan de nieuwe plek. Ook voor de andere bewoners had ze tijd nodig. “Ik merkte dat ik niet meteen lekker in de groep lag. Of het nu mijn geaardheid of mijn directheid is; velen moesten aan mij wennen. En ik aan hen. Inmiddels heb ik mijn mensen hier wel gevonden en woon ik er graag.”
Toen ik jong was en hoorde over eenzaamheid bij ouderen dacht ik: dan ga je toch gewoon naar buiten! Maar zo simpel is het niet. Ik ben zelf fysiek niet meer in staat om er zomaar op uit te gaan. Daar heb ik hulp bij nodig.
Omgaan met eenzaamheid
Het behouden van sociale contacten is een belangrijke factor voor mevrouw Wielinks woongeluk. Ze probeert daarom op sociaal vlak zoveel mogelijk hetzelfde te doen als vroeger. “Door mijn ziektebeeld ben ik onderdeel geworden van een praatgroep. Dit vond ik in het begin de grootste onzin, omdat ik hier voor mijn gevoel niet thuishoorde. Maar ik vond hier gelijkgestemden. Een aantal mensen uit deze groep kan ik echt mijn vrienden noemen. Volgende week komen ze gezellig bij mij op bezoek.” Het afspreken is voor Jeanette een goede manier om om te gaan met de eenzaamheid. “Toen ik jong was en hoorde over eenzaamheid bij ouderen dacht ik: dan ga je toch gewoon naar buiten! Maar zo simpel is het niet. Ik ben zelf fysiek niet meer in staat om er zomaar op uit te gaan. Ik heb altijd hulp nodig van de verzorgers hier of van mijn kinderen. Vooral die laatste om hulp vragen vind ik lastig, maar het levert wel weer extra momenten met elkaar op. Die momenten koester ik.”
Een extra paar handen
Ook dankzij de ouderenzorg-professionals voelt Jeanette zich thuis in Windmolenbroek. “Ze zijn vriendelijk, behulpzaam en ik kan altijd met ze lachen. Vaak hebben we de grootste lol samen.” Wel merkt mevrouw Wielink dat het personeel steeds minder tijd voor haar heeft. “Ik begrijp dat ik niet de enige cliënt ben en ze doen hun uiterste best om mij te helpen. Maar je voelt dat er druk achter zit. Ook bij andere partijen die zorg en ondersteuning leveren. Kijk bijvoorbeeld naar mijn huishoudelijke hulp. In het verleden maakte ze drie uur per week bij mij schoon. Inmiddels is dat nog maar anderhalf uur. Dat is niet alleen vervelend voor mij, maar ook voor haar. Die lieve vrouw rent de benen onder haar lijf vandaan.” Het mag dus duidelijk zijn: de ouderenzorg kan alle ondersteuning van naasten en vrijwilligers meer dan goed gebruiken. Kom jij in beweging?